Maandag 20 april: Creatief in Kyeongju

Vanochtend verzamelden we om 9 uur in de kerk: daar namen we afscheid van onze homestay families. We kregen nog tekeningen van sommige kinderen, namen foto’s met iedereen en hier en daar werd zelfs een traantje gelaten. Het was ontroerend om te zien hoeveel die mensen om hun gasten geven: er is de afgelopen dagen ontzettend goed voor ons gezorgd en we zijn overladen met cadeautjes, tot geld en kleding aan toe. We hoeven nauwelijks meer op zoek naar souvenirs… Na een laatste groepsfoto vertrokken de gastfamilies. Wij bleven nog een half uurtje om te praten met de 7(!) dominees van de gemeente over wat we gisteren hadden gezien van de kerk.

En toen verlieten we Masan en reden richting Cheonan. Onderweg zijn we een aantal keer gestopt in Kyeongju:als eerste bij een oud tempelcomplex. Kyeongju was in het oude Koreaanse Silla-rijk (75 v.Chr.- 936 n.Chr) de hoofdstad en telde toen zo’n 500.000 inwoners. De stad is als toeristische plek bekend omdat er nog veel oude traditionele huizen en tempels te zien zijn, waaronder dus dat boeddhistische tempelcomplex. Om bij de tempels te komen moesten we een eindje een berg oplopen; helaas regende en waaide het nogal hard en menig paraplu (die voor ons waren gekocht) sneuvelde in de strijd tegen de elementen. Maar dapper stapten wij voort, wat er over was van onze paraplu’s als schilden voor ons uit houdend om de ergste windstoten op te vangen. Als ware ontdekkingsreizigers baanden we ons een weg door laaghangende zwiepende takken vol roze bloesem, onze blik gericht op de grond om het water uit onze ogen te houden, tot we onder onze verkleumde voeten plots droge grond zagen verschijnen: we hadden de ingang van de oude tempel bereikt. Daar kochten we een kaartje en toen gingen we het complex binnen.

Het complex bestond uit verschillende tempels in typisch Oost-Aziatische stijl en sommige gebouwen waren nog in gebruik. Al het hout was in felle kleuren beschilderd en in de tempels stonden gouden beelden. Wildrik en ik hebben nog per ongeluk een tempel ontwijd door onwetend naar binnen te stappen met schoenen nog aan: Yoo-Eun zag het, kreeg bijna een hartverzakking en sleurde ons terug naar buiten. We zijn echter nog niet getroffen door een bliksemschicht, dus deze tempel is wel mooi elenctisch ontmaskerd. Na een korte stop bij de souvenirshop daalden we de berg weer af. We reden naar de stad en lunchten daar in een buffetrestaurant waar ze veel westerse gerechten hadden.

Onze derde stop was bij een soort cultureel centrum waar je allerlei typisch Koreaanse dingen kon doen én maken: een soort ontdekhoek. We hebben onze innerlijke artiest (her)ontdekt door allemaal een waaier te beplakken en betekenen. Ook was er een rek met traditionele koninklijke gewaden die je aan kon trekken en waarmee je op de foto kon: uiteraard hebben we dat ook gedaan (zie foto’s). Daarna was het alweer tijd om op te stappen. Na nog een korte stop bij een veld vol koolzaad (‘rape flower’, volgens het bordje) om een foto te maken zetten we koers voor Cheonan. Onderweg aten we nog ergens ons avondeten en nu om 20:15 kwamen we aan op de KTS. Nu zijn we ons weer aan het installeren op onze welbekende kamers; het voelt haast als thuiskomen :).